Nummer 156

Regelmatig rijd ik op de fiets of in de auto, op weg naar van alles, door de Ockenburghstraat in Loosduinen. De doorgaande weg vanaf Kijkduin richting A4, die onderdeel uitmaakt van de Ring Zuid. Al heel lang een druk bereden route voor bijvoorbeeld de vele Duitsers die hun korte en lange vakanties doorbrengen aan ‘das Meer’- de zee.

Vandaag reed ik daar weer en zoals altijd werden mijn ogen automatisch naar dat rijtje huizen met de rode dakpannen getrokken. Mijn oog viel op een leegstaand flatje op de eerste etage ongeveer in het midden van het rijtje. Ik zag het onmiddellijk, het was nummer 156. Vrijwel automatisch drongen een reeks van herinneringen zich weer aan mij op.

Nummer 156 was eind 1949 de eerste eigen woning die mijn vader en moeder officieel kregen toegewezen. En dat was in die tijd op zich al een lot uit de loterij. Vanaf het moment waarop zij trouwden, in mei 1944, hadden zij altijd ‘ingewoond’ op diverse adressen. Meestal in één of twee kamers die onderdeel uitmaakten van soms wat grotere woningen. Voor het laatst bij een familie Kraal in de Klimopstraat.

Dolgelukkig moeten vader en moeder zijn geweest toen zij het bericht kregen. Dat het gezinnetje er nooit compleet zou kunnen wonen was toen nog niet bekend. Ik heb daar eerder al eens over geschreven.

In mijn herinnering was het erg klein. Een woonkamer, twee slaapkamers en een keuken. Gek genoeg kan ik mij niet herinneren of er ook een badkamer was. In de eerste jaren dat wij er woonden, mijn broertje en ik en later ons jongste broertje, werden wij eenmaal per week gewassen in een wastobbe. Maar het zou ook zomaar kunnen zijn dat ik mij dat verbeeld.
Zoals altijd is Google dan altijd heel behulpzaam. Nummer 156 blijkt nog kleiner dan ik dacht, 54 m2.

De 3 broertjes vlakbij 156.

Heel veel herinneringen borrelen weer langzaam naar boven. Hoe mijn broertje en ik viermaal per dag een half uur moesten lopen naar de lagere school in Kijkduin – hoe wij regelmatig met vader en later met vader en onze tweede moeder naar het strand fietsten – hoe wij eenmaal per maand van bedden moesten wisselen omdat er anders ruzie ontstond over wie boven of beneden mocht slapen. Wat later kregen wij ook alle drie een verplichte bijdrage in het huishouden toebedeeld, schoenen van de hele familie poetsen en elke avond de vaat afdrogen en wegzetten en ook die taken wisselden dus per week.
Een berg herinneringen, variërend van heel leuk tot naar en soms heel emotioneel. Maar wij hadden een eigen huisje. Eerst met z’n drieën en weer wat later met z’n vijven. Vandaag de dag bijna wonderlijk dat je elkaar op die vierenvijftig vierkante meter nooit in de haren vloog.

Nummer 156 staat dus leeg. Graag zou ik het nog eens van binnen willen zien. Erdoorheen lopen en deuren openen en weer sluiten, kijken of ik mijn kont nog kan keren in dat slaapkamertje van 2,5 bij 3,5 meter, herinneringen ophalen en ‘last but not least’ -kijken of er nou wel of niet een badkamer in zit.

Ik vrees dat het bij deze impressie blijft. Maar 156 blijft voor mij een bijna magisch nummer.

5 antwoorden op “Nummer 156”

  1. Nu weet ik hoe de PVV zo groot is geworden . Het stemvee heeft binnen de
    grond wet gekozen .
    Mooi verhaal ik kan er niets mee .

    Maarten

  2. leuk om te lezen over een geboren en getogen Hagenaar. hoe anders was mijn jeugd in een klein boerendorp in Westfriesland met zijn uitgestrekte landerijen en boerderijen die “als piramiden”in het landschap stonden .

  3. Prachtige herinneringen aan het ude Loosdunen en Kijkduin.
    Wij alle hebben een geweldige periode van onze leven beleefd. Ontwikkelingen praktisch op alle disciplines, ook de minder goede.
    Maar er is toch altijd licht after de horizon, dus onze jeugd mort optimistisch bilijven en er voor gaan. Dries

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *