Broertjes

Daar staan ze dan. Aan het begin van de lange laan. Het is 1951 en ze zijn zich nog in het geheel niet bewust van wat hen te wachten staat. Ja, de bomen zijn nog kaal en het is koud al zou je dat aan de korte broek van Ernst, toen nog Errie, niet zeggen. Aad, toen nog Aadje, heeft iets in zijn rechter hand wat hij kennelijk graag mee wilde nemen naar het bos. “ Da’s goed jongen, houd het maar stevig vast”, zal onze vader vast wel gezegd hebben. “Houd intussen de hand van je grote broer stevig vast”.

Het is een beeld waar ik, bijna zeventig jaar later, nog wel eens aan terug denk. Mijn jongere broertje en ik op de oprijlaan naar het landgoed Ockenburgh.
Het bos waar wij, samen met onze vader, regelmatig kwamen als wij bleekneusjes weer even aan het flatje aan de Ockenburgstraat moesten ontsnappen.
Het flatje waar wij in 1951 met onze vader en moeder zouden gaan wonen, maar wat onze moeder helaas nooit van binnen heeft gezien. Het flatje van niet meer dan zestig vierkante meter waar wij de eerste jaren in een gebroken gezinnetje probeerden ons verdriet te verwerken en een nieuw leven op te bouwen.
Daarom ook is dit fotootje mij zo dierbaar. Het verbeeldt de nieuwe lange weg die wij moesten gaan, niet wetende wat ons allemaal te wachten zou staan. Terugkijken had geen zin. Vooruitkijken was het devies al hadden wij dat op die leeftijd nog in het geheel niet door.
Het zouden in veel opzichten stormachtige jaren worden waarbij ons heel veel niet bespaard zou blijven. Maar het waren ook in veel opzichten hele mooie jaren waarin wij, mijn broertje en ik, elkaar steeds beter leerden kennen en begrijpen.
Broertjes, die in die tijd elkaars lief en leed deelden. Broertjes die elkaars hand vasthielden als ze naar de tandarts moesten. Het kleinere broertje die de step van zijn grotere broer op zijn schouders droeg als grote broer gevallen was.
Broertjes die stiekem ’ s maandags het meegekregen “melk geld” omzetten in snoepjes. Broertjes die samen boos waren als zij weer een corvee taak in huis kregen van hun “nieuwe moeder”.
Broers die elkaar vertelden over hun liefdes en bij elkaar uithuilden als zo’n liefde weer eens op niets uitliep. Broers die in 1955 blij waren met een nieuw “broertje” en hem in zijn hart sloten.

Broers ook die op latere leeftijd om niets ruzie konden maken, maar het altijd weer bijlegden.  Zij waren immers broertjes en hadden een lange weg afgelegd met heel veel hobbels. Een lange weg die hen had verbonden.

In deze maand realiseer ik mij steeds weer opnieuw dat juist die hand van mijn broer er al heel lang niet meer is en dat ik die mis !
Ondanks het feit dat wij nu beiden “oude knarren” zouden zijn zou ik nog wel eens hand willen lopen op die mooie oprijlaan in Ockenburgh. Hand in hand weer even bijpraten, elkaar in vertrouwen nemen en samen praten over die, niet meer zo lange, weg die wij nog te gaan zouden hebben als broers.
Deze maand zou hij 70 jaar zijn geworden.

In stilte zal ik binnenkort alleen op die oprijlaan naar Ockenburgh, maar in gedachten hand in hand, lopen en terugdenken aan hoe het was en nog had kunnen zijn als BROERTJES.

De Kromme

Deze week wordt de 75ste verjaardag van Willem van Hanegem gevierd door heel Nederland, behalve door hemzelf. Hij heeft er niets mee, zegt hij zelf.
Ik kan mij dat wel voorstellen. Voor dat je het weet moet je iedereen trakteren en bovendien wie wordt er nou graag ouder. Ik scheel maar twee jaar met de Kromme en dat is vandaag de dag een voordeel. Ik kan mij namelijk nog heel veel mooie acties van hem herinneren. Maar om ze tot in detail te beschrijven of zelfs te proberen na te doen, nee laat maar.Mijn mooiste herinnering dateert van 26 november 1969. De avond van Feyenoord tegen AC Milaan in de Europa Cup 1. Ja, zo heette die competitie toen nog.Ik had via de KNVB, waarbij ik toen een onbeduidend scheidsrechtertje was, twee kaartjes weten te bemachtigen voor deze match van het jaar.
Ik was net een paar maanden getrouwd en had mijn schoonvader uitgenodigd om mee te gaan. Ik kon daarna nooit niet meer stuk bij hem.
De wedstrijd zou om half negen beginnen maar wij stonden al om zes uur voor de, nog gesloten, poort van het stadion, dat een half uurtje later open zou gaan.Direct daarna moest je het op een lopen zetten naar de Kuip waar aan de lange zijde in een soort gracht om het veld drie rijen houten banken waren geplaatst. Als je snel was dan kon je op de eerste rij zitten. En snel waren wij. Zelfs schoonvader voetbalde nog in die tijd al was hij vooral een dribbelaar. Die avond braken wij alle records en om even over half zeven hadden wij twee schitterende plaatsen ter hoogte van de middellijn.
Er was één nadeel de bankjes lagen verdiept dus je keek in een heel lage positie over het veld. Eigenlijk keek je gewoon tegen de schoenen en onderbenen van de voetballers aan.
Het was mij daardoor al snel duidelijk hoe de Kromme aan zijn bijnaam kwam.
Gedurende de daarop volgende twee uren vulde het stadion zich en vloeide het “hand in hand kameraden” in golven over ons heen. Ik had als nuchtere Hagenaar nooit gedacht dat ik na een klein half uur luidkeels zou meezingen en meedeinen. Het gebeurde mij toch.
Feyenoord had in Italië met 1-0 verloren en moest dus nu minstens met 2-0 winnen wilden zij zich plaatsen voor de volgende ronde. De Oost-Duitse scheidsrechter, met de toepasselijk naam van Hans Joachim Weyland, had de touwtjes strak in handen hetgeen tegen de professionele Italianen met hun trucjes en geniepigheden hard nodig was. Maar vlak vooral ook de heren Israël, Lazaroms, Romeijn, Jansen en vooral van Hanegem niet uit.
Al in de 6e minuut scoorde Wim Jansen uit een bijna onmogelijke hoek de 1-0. Tot op de dag van vandaag discussieert men in Rotterdam nog steeds over de vraag of het een voorzet of een schot op het doel was.
Het duurde tot ver in de 2e helft, we maakten ons eigenlijk al op voor een verlenging, voordat de Kromme uit een prachtige voorzet keihard de 2-0 tegen de touwen kopte.
66 Duizend toeschouwers gingen volledig uit hun dak en beneden op de houten bankjes voelden mijn schoonvader en ik het stadion trillen. We sloegen wild vreemde mensen, die naast of rond ons zaten, op de schouders en bleven maar zingen “ hand in hand kameraden”.
Nog heftig nagenietend schuifelden wij in de mensenmassa na de wedstrijd naar de treinen die toen nog op het station Feyenoord stopten of vertrokken. Dat de reis daarna ruim 2 uur in beslag nam deerde ons niet, WE HADDEN GEWONNEN !!
Dat wij thuis niet meer konden praten was ook niet zo erg want daar was het pikdonker en lag iedereen al ruimschoots op één oor.
Terwijl ik dit schrijf omdat de Kromme deze week 75 jaar wordt realiseer ik mij dat deze wedstrijd met alles erop en eraan ook al 50 jaar geleden is gespeeld.
Waar blijft de tijd ??
Ennnuhhh, Willem van harte gefeliciteerd. Wat was je een mooie voetballer en wat ben je een prachtig mens !