Waldorf en wastafels

Ja Ernst, met je prachtig geschreven en ontroerende introductie leg je de lat wel meteen erg hoog voor mij. Je kent kennelijk geen medelijden met iemand die 15 jaar geleden voor het laatst 7 blogjes schreef en er toen uit tijdgebrek meteen de brui aan gaf (zie het haast antiquarische https://joopvanreeken.wordpress.com). Ik moet nu met de billen bloot en mijn ’s ochtends onder de koude douche ontstane idee voor een gezamenlijk blog handen en voeten gaan geven. 

Tegelijk is de kans om uit te kunnen groeien tot ‘de Haagse Waldorf en Statler’ te mooi om voorbij te laten gaan. We zouden ons, met een subtiele verwijzing naar waar we opgroeiden, ‘Loosduin en Zuiderhout’ kunnen noemen. Heerlijk lachen en mopperen op zijn Haags!

Wat heb ik, deels nog samen met mijn vader zaliger op de bank, moeten lachen om Waldorf en Statler! Onlangs heb ik op Disney Channel (één van de gevoeld 400 abonnementen die ik op mijn computer en TV heb doorlopen en waarvan ik alleen na uren zoeken kan ontdekken hoe je die weer opzegt) wat oude afleveringen bekeken van de Muppet Show. Nog steeds een geniaal programma!

Eén van de beste grappen die ik mij herinner, was na een optreden van Fozzie Bear, de weinig succesvolle zanger/muzikant onder de Muppets. Na zijn liedje begeeft Fozzie zich op glad ijs en vraagt aan de twee wat ze ervan vonden. W&S (of S&W. Wat jij wilt.) reageren vanaf hun balkon in het theater onverwacht mild: “Dat was helemaal niet zo slecht!” Fozzie klaart helemaal op. W&S: “Maar we hebben nog wel een tip voor je”. “Oh ja, wat dan?”, vraagt Fozzie gretig. “Je zou beter iets verder naar achter op het podium gaan staan”. “OK!”, zegt Fozzie, “Hoeveel ongeveer?” W&S, schuddebuikend van het lachen: “Well, do you have a car?”

Juist in deze verontrustende tijden hebben we de humor broodnodig. Ik heb vorige week, terwijl in de Oekraïne de bommen vielen en er bij ons ook tranen van frustratie en verdriet vloeiden, een paar dagen lang  de slappe lach gehad, telkens als ik terugdacht aan een aflevering uit de geniale ‘Frasier’-serie, die we hier compleet op DVD hebben liggen. De aflevering heet “Boo!”. Aan het begin laat Frasier’s inwonende vader Frasier heftig schrikken en vader heeft daar de rest van de dag, samen met zijn vriendin Ronnie en Frasier’s broer Niles, enorme lol over. Frasier vindt dat uiteraard maar niks en besluit wraak te nemen. Zie https://www.dailymotion.com/video/x6tpnsk vanaf 7m10sec. Laat het Engels voor wat het is, maar kijk wat er gebeurt. Woorden overbodig. Het beeld van de doorgaans droogklotige en arrogante Frasier in clownskostuum heeft me een week vrolijk gehouden.

Frasier neemt wraak

Gek eigenlijk, want ik kan me goed voorstellen dat anderen denken: “Wat is daar nou zo leuk aan?” Verena moest er ook hard om lachen maar ik geloof nog meer om mij, vanwege de tranen die ik in mijn ogen had, dan om de scene zelf. En een beetje bezorgd keek ze ook, want ik had net een flinke hap eten in mijn mond gestoken. Zoiets kan makkelijk fataal aflopen, net als in “Boo!”.

Humor is heel persoonlijk. Ik ken de personen en de karakters van de serie door en door want we hadden al 10 seizoenen gezien en genoten voordat deze aflevering voorbijkwam. Dan kijk je er anders naar. Dan komt zo’n scene ook totaal onverwacht. Ongelooflijk hoe de serie van aflevering op aflevering op hoog niveau blijft. En opnieuw denk ik: “Welke hedendaagse serie kan daaraan tippen?”

Dat is wel een gevoel dat me steeds vaker overvalt: wat is er in andere tijden toch een hoop moois gemaakt! En vaak denk ik daarbij: dat zouden ze nu niet eens meer kunnen. Wordt dit dus een blog vol ‘vroeger was alles beter’? Nee. Maar ik ben wel kritisch als mij iets als ‘vooruitgang’ wordt verkocht. Dat wil ik dan wel graag even controleren. Een voorbeeld?

Vanwege een waterschade moest onlangs onze badkamer geheel worden gerenoveerd. Gelukkig zijn we goed verzekerd en mocht de badkamer ook wel een keertje op de schop. Wie ooit bij ons thuis was, weet wel waarom. Een nieuwe badkamer betekent ook een nieuwe wastafel. Die laatste hadden we denk ik tien jaar geleden al op het oog bij IKEA. Met het bijpassende meubel. Maar tien jaar is bij IKEA een eeuwigheid. Dus toen we onlangs naar Duiven reden om hem daadwerkelijk te kopen, vonden we wel het meubel maar niet de wastafel onzer dromen. “Heeft u ook nog de bijpassende wastafel van keramiek?” Bij uitzondering (ik tref bij IKEA meestal uiterst vriendelijk personeel) troffen we een stuk chagrijn dat me direct aankeek met de verwijtende blik: “Onder welke steen heeft die vent gezeten de laatste jaren?” “Die hebben we niet meer, meneer.” “OK, maar is zo’n kunststof wastafel dan degelijk? Krast dat niet en zo?” “Veel beter meneer. Gaat veel langer mee, krast niet en kan niet breken.” 

Onding

Nou vooruit dan maar, denk je dan. Maar ik weet niet wat het is vandaag de dag met wastafels. Na zeker vijfduizend jaar ontwikkeling van waskom naar wastafel zou je toch denken dat het ideaal inmiddels, zelfs zonder je te haasten, wel uitgevonden zou moeten zijn. Maar Verena en ik staan telkens weer vol verbazing te kijken in een of ander B&B of hotel en soms ook bij vrienden. Wat hebben ze nou weer bedacht? Een ronde glazen schaal met LED-licht op een houten plankje. Na drie overnachtingen begint het hout onder de schaal al een beetje op te zwellen. Dat houdt geen jaar, denk ik dan. En na drie weken begint tussen de schaal en het hout een zwarte vuillaag te groeien, want daar kom je met geen lapje bij. En zeker niet als je baas zegt dat je niet langer dan vijf minuten mag doen over de hotelkamerschoonmaak. Eén voordeel heeft zo’n ronde schaal wel: het water spoelt tenminste naar het putje. Zo niet bij onze wastafel.

Onze wastafel is niet alleen van kunststof, dat ongelooflijk snel stof aantrekt, moeilijk écht wil glanzen en wel degelijk krast, maar heeft ook een vrijwel vlakke bodem. Maar wel een lekker brede bodem. Daar sta je dan na het tandenpoetsen met je handen je spuug en tandpastaresten naar het putje te dirigeren. “Kom jongens: braaf naar de afvoer! Nee, jij ook appelschilletje! Help eens een beetje mee, zeg!” En de kraan maar lopen. Je begrijpt dat ik het advies van mijn tandarts om 3x daags te poetsen bij de volgende controle ter discussie ga stellen.

Ben ik door zulke waarnemingen ongeneeslijk nostalgisch en melancholiek aan het worden? Ik denk het niet. Ik hoop het niet. We waren van de week in Nijmegen en ik genoot echt van alle vrolijke jonge mensen op straat. Een echte studentenstad met verrassende winkeltjes en cafeetjes en vooral leuke mensen. Levendige discussies in de café’s en op de terrasjes, gelach. Nee, als dat de nieuwe mensheid wordt, dan ben ik vol vertrouwen. Een heel ander slag jongeren dan die ‘influencers’ die denken dat je met nagels lakken voor de videocamera de mensheid redt. 

Dat af en toe terugverlangen naar vroeger bewijst mij wel dat vooruitgang betrekkelijk is. Want als je vroeger doodgelukkig was met je achtstehands auto of een ijsje van 10 cent, wat heeft die vooruitgang daar dan aan toegevoegd? Kennelijk lukt het de mens om in allerlei omstandigheden geluksmomenten te vinden. En die moeten we koesteren, want die omstandigheden zijn lang niet altijd zoals je ze je wenst. Zeker niet in deze dagen. En zelfs niet in onze nieuwe badkamer.

Groet! Joop