Het laatste woord over Corona

Nou Ernst, doe ik een uiterst zorgvuldig opgebouwde poging om het woord ‘grensoverschrijdend’ weer een positieve lading te geven, sabel je dat op een zondagnamiddag vakkundig weer neer! Nou, ik kan het wel hebben hoor, want ik lees ook dat we het in de basis eens zijn. En de samenwerking over de D-NL grens heen is dan niet zozeer grensverleggend in letterlijke zin (die kruisjes op het wegdek blijven gewoon waar ze waren) maar zeker in iedere andere zin!

Waar ik je echt moet corrigeren is dat je de opmerking van Freddy Heinzel “Duitsers zijn bereid een stuk vrijheid op te geven voor meer zekerheid. Nederlanders zijn bereid een stuk zekerheid op te geven voor meer vrijheid” als een grapje afdoet. In tegendeel. Ik heb de feiten nog nooit zo krachtig samengevat gehoord.

Eén van de redenen dat ik mijn vorige blog schreef is juist dat ik weet (ik heb er zelf 55 jaar gewoond) dat we in de Randstad nauwelijks meekrijgen wat er in de Duits-Nederlandse verhoudingen speelt, hoe intensief en vergaand de betrekkingen gaan en hoe groot soms ook de culturele verschillen zijn. Ja, er waren ook in Duitsland Wappies op straat. Misschien wel evenveel als in Nederland. Dus een heel klein groepje met een heel grote mond. Maar het gedrag van 90% van de Duitse bevolking in relatie tot Corona is echt heel, heel anders dan dat van de Nederlander. En dat heeft me af en toe best wel in een spagaat gebracht.

In Nederland lijkt het laatste woord over Corona inmiddels wel geschreven en gesproken. De krant en de TV hebben het er nog nauwelijks over. Op straat speelt het alleen als iemand het toevallig net heeft gekregen: “Ja sorry, gaat niet lukken. Heb voor de tweede keer Corona.” In de Duitse media is het nog steeds een belangrijk thema. Minder uiteraard dan van de winter maar wel nog iedere dag. Over welke maatregelen we alvast voor de herfst moeten nemen. Of de mondkapjes niet op meer plekken terug moeten. Of de regering niet veel te slap is geweest.

Te slap??? Goeiemorgen… De handhaving hier is strenger dan zelfs ik soms verdragen kan. Juist vanwege die vele uitnodigingen hebben wij ons vorige week weer eens laten testen. Stond in het begeleidend schrijven, althans in de Duitse: “Wij stellen het op prijs als u zich tevoren laat testen. Wij zorgen voor voldoende ventilatie. Wij verzoeken u etc. etc.” Dus wij lieten ons testen. Testen weet je wel? Met zo’n staafje in je neus boren. Deden ze in Nederland vroeger ook. Dat kan hier overigens nog steeds op 200 meter afstand en wel gratis. 

Ik kom binnen in het testcentrum, volkomen leeg op de dienstdoende corona-snuffelaar na die in ‘Ganzkörperkondom’ (beschermende kleding, schoenen, mutsje, mondmasker én vizier) ons achter een plexiglas scherm opwachtte. Streng: “Heeft u een mondkapje bij u?” Nee, verrek, ligt in de auto. “Dan moet u dat eerst even halen.” Nu moet je weten dat het precies 4 meter is naar de stoel waar ze de test binnen de 5 seconden afnemen. Daar maken ze hier een wedstrijd van, zoals het Red Bull Team bij de bandenwissel van Verstappen. Wie is het snelst? En op die stoel moet ik, om begrijpelijke redenen, het mondkapje tóch weer afdoen. Maar ik ga daar niet eens meer over in discussie (wat wel de neiging is. We blijven Nederlander!) maar loop dus met mijn staart tussen de benen schuldbewust terug naar de auto. Verena kijkt me daarbij hoofdschuddend na: “Sukkel”.

Ik kan zo nog uren doorgaan maar als vastgesteld: Nederland heeft de buik vol van Corona en wil er niets meer over horen. Dus ik laat het hier bij dit ene voorbeeld.

Nou vooruit nog eentje dan, omdat je zo aandringt. We hebben van de week onze tweede booster gekregen. Booster, weet je nog? Zo’n opfrisprik. Ja een tweede. Verena leek dat een goed idee om te voorkomen dat onze op handen zijnde vakantie in het gedrang komt door de vele met Corona besmette Nederlanders vrienden die ons vrolijk vertellen dat het na twee dagen alweer over was en we dus best kunnen afspreken. Overdreven die booster? De Nederlander in mij zegt van wel. Maar ach, baat het niet dan schaadt het niet. Ik had opnieuw geen last van het prikje. En voel me toch ineens een stuk vrijer!

Joop

De cartoon is met dank aan John Körver

Muilkorf en mondkapje

Sorry Ernst, ik heb zelf gezegd niet dagelijks te kunnen/willen bloggen maar sommige onderwerpen zijn gewoon te mooi om voorbij te laten gaan.

In Nederland eindigt vandaag de mondkapjesplicht. In Duitsland overweegt men die te verscherpen. In de coronaperiode heb ik meer geleerd over de verschillen tussen Duitsland en Nederland dan in alle jaren daarvoor. De Volkskrant schrijft vandaag een uitstekende analyse over waarom in Nederland, maar ook in Zweden, Noorwegen en Denemarken, de weerzin tegen dat ding zoveel groter is dan in andere landen. VK stelt dat de Nederlander zich vrij wil kunnen uitspreken, geen blad voor de mond neemt (op het botte af, denk aan mijn: “Dat beamerscherm hangt scheef, Ernst”) en zich niet laat muilkorven. Ik denk dat de VK gelijk heeft dat dat diep in onze cultuur zit. En dat is naar mijn mening weer terug te voeren op de Reformatie en onze Protestant/Calvinistische inslag. Wij spraken ons toen duidelijk uit tegen de Rooms Katholieke Kerk en lieten ons daarbij niet de mond snoeren. 

Hier aan de grens was dat natuurlijk wel een dingetje. Iedereen die in Duitsland zonder mondkapje een winkel betrad werd direct streng toegesproken. Iedereen waren vooral de Nederlanders. Die gingen daarop ook steevast in hun steenkolenduits in discussie. “Ach, ist das wirklich so? Ich will aber nur kurz…” Daar begrepen die Duitsers nog minder van. Regels zijn regels immers.

Tegelijk bekeken de Duitsers iedere Nederlander als een wandelende Coronabom. Het weerhield hen er echter niet van de geliefde markt in Dinxperlo, met zijn goedkope (en lekkere!) Hollandse vis, kaas en bloemen te bezoeken en om op zondag toch naar de Jumbo te gaan. Want dan zijn in Katholieke Duitsland alle winkels dicht en dan krijgt de koopgrage Duitser last van ontwenningsverschijnselen. En die wonnen het van de Corona-angst.

Ik kwam zelf een beetje klem te zitten in de hele situatie. Waar ligt mijn loyaliteit? Aan de ene kant moest ik soms zuchten over de strengheid waarmee de regels in Duitsland werden gehandhaafd. Aan de andere kant stoorde me de egocentrische nonchalance in NL steeds meer. Als in NL een minister zegt dat overmorgen de terrassen open mogen, dan gaan ze diezelfde avond nog open, als het moet met gasverslindende heaters. In Duitsland blijven ze steil doorgaan met handhaven tot uur U. En er wordt niet gemarchandeerd. In NL moest je even wapperen met je QR-code en dan was het “Ja hoor, gaat u maar zitten”. In Duitsland moet je in het rijtje bij de deur wachten en naast je QR-code je paspoort of ID laten zien. Altijd. Overal. En bij de Appleshop in Oberhausen keken ze me zelfs meewarig aan toen ik die ID, op mijn nieuwe IPhone nota bene, als fotootje liet zien. Of ik aub het echte pasje kon tonen. Alles ongelooflijk vriendelijk, efficiënt en professioneel, dat dan weer wel.

Uiteindelijk heb ik me geconformeerd aan de Duitse mores, vooral onder de indruk van het feit dat in die twee jaar de besmettingscijfers in D steevast de helft tot soms een vijfde waren van die in NL. En dus draag ik, als het druk is, ook na vandaag bij de Jumbo een mondkapje. Eén ding weet ik dan zeker. Bij de kassa word ik in het Duits aangesproken.

Joop

(Cartoon: © POLO)