We moeten leren leven in een 1,5 meter samenleving, drukte onze nationale goeroe ons deze week op het hart. Onze ideale schoonzoon lachte er dit keer niet eens bij !
Ik heb er nu ruim drie dagen over na kunnen denken en ik heb nog even gedacht dat het misschien een wat verlate 1 april grap was. Maar nee, het blijkt bloedserieus.
Laat ik voorop stellen dat ik in het geheel niet tegen die ingestelde maatregel ben. Absoluut niet. Om het virus op een goede manier te bestrijden lijkt het onafwendbaar. Al denkt onze nationale vaste talkshow gast daar heel anders over. Volgens hem is die 1,5 meter bij lange na niet genoeg en moeten wij eigenlijk ook niet meer met elkaar praten.
Met droge ogen en in een overvloed van woorden verkondigt hij dat in bijna elke talkshow met steevast en als enige een groot glas wijn voor zijn snufferd. En niemand vraagt dan waarom hij nog tegen ons praat als het zo gevaarlijk is. Zou hij al immuun zijn?
Maar los van dat geklets van die quasi deskundige dierenarts moet ik er echt niet aan denken dat ik mijn kinderen en kleinkinderen, mijn hartsvrienden en andere dierbaren niet meer zou mogen knuffelen of stevig zou mogen vasthouden. Ik ben van nature niet zo’n knuffelaar maar ik hunker er de laatste dagen naar en kan het vooruitzicht dat het nooit meer mag eigenlijk niet verdragen. Dat vooruitzicht is bijna erger dan de angst voor het virus. En ik denk ook dat dat soort contact een soort primaire levensbehoefte is van ons mensen. Wij leven toch uiteindelijk, enkele uitzonderingen daar gelaten, voor de liefde voor elkaar en die kan niet zonder intimiteit.
1,5 Meter afstand houden in de winkels of in het openbaar vervoer of in ons wooncomplex lukt ons nog wel redelijk . Al moeten wij daar wel bij geholpen worden door rood-witte of geel-zwarte linten, boodschappenmandjes, een beperkt aantal winkelwagens en looproutes. En dan nog kunnen wij elkaar zo nu en dan nauwelijks ontlopen in die smalle gangpaden en moeten wij soms met drie of meer tegelijk een pakje roomboter uit de koeling pakken om vervolgens elkaar verschrikt aan te kijken.
Ik heb medelijden met vooral de jonge mensen die nog niet zo lang geleden verliefd zijn geworden of morgen worden en nu elkaar niet mogen zoenen of even mogen knuffelen en dan heb ik het nog niet over…………………..juist. Vooral voor hen hoop ik dat die 1,5 meter snel van tafel gaat. Anders zit er niets anders op dan, afzonderlijk van elkaar en direct, minstens twee weken in absolute quarantaine te gaan en daarna onmiddellijk in de koffer te duiken. Vanaf dat moment zijn ze waarschijnlijk in ieder geval immuun voor elkaar, maar hopelijk niet voor elkaars liefde en intimiteit.
Ik vrees echter dat ik het voorlopig nog zal moeten doen met virtuele hartjes, video bellen, gebaartjes en afbeeldingen van virtuele kusjes.
Behalve thuis natuurlijk !
Ernst, dit is zeer ernstig Ernst, Janke en ik hebben ons zelf een strikte isolatie opgelegd en dat gaat goed..
Wij hebben beide oorlog mee gemaakt(ik heb de slag om Arnhem vol meegemaakt, vreselijk) daardoor weten door ervaring wat afzien is.
Blik op de horizon houden, groeten voor jullie beide van Janke en Driex
Hey Ernst,
Tijdens het lezen van jouw blog, ging halverwege mijn gedachten al, nee, niet knuffelen of wat dies meer zei??
Maar gelukkig, bij jouw laatste regeltje sprongen mijn hersenspinsels weer in het gelid.
Gelukkig, knuffel jouw Janny maar tot in de gloria !!
En blijf er in vertrouwen, het kan even duren, maar op enig moment kan jij je dierbaren weer knuffelen hoor!
Heerlijke blog Ernst, ik heb er van genoten!
Nog een fijne 2e Paasdag samen,
Groetjes,
Regina
Mooi stukje Ernst .
Als de mondkapjes alleen in een Ziekenhuis werken , doe het buiten ook. Regeren is vooruit zien. Onze alle helden in de verpleeghuizen , moeten al lange tijd zonder doen , zij en hun familie leden worden bloot gesteld aan de gevaren van het virus.
In heb in een verpleeghuis in een gang gelopen , met de mooie naam (,U laatste gang , )ik bedoel maar, zijn zij vergeten , of moet er een hoger doel gediend worden.
Maarten
Ernst, ik vind het wel wat. Eindelijk af van dat eeuwige gezoen. Als je ergens aankomt, zoenen. Als ze van het toilet afkomen, zoenen En dan maar hopen dat ze de handen hebben gewassen. En bij het weggaan weer zoenen. En dan komt het, rijden ze ‘s nachts weg met de auto, ramen open, zwaaien en nog even hard toeteren.
Mag het wat minder. Maar een goede kus is nooit weg.
Prettige Pasen. Groet Jan
Weet Tini hiervan, Jan ?